05-01-2016 - Surfen, Nieuws

JAVA

Ken je die verloren uurtjes, momenten waarop je je zat te ver velen tijdens school of op je werk en je de ideale surfspot bij elkaar zat te fantaseren of te tekenen? Ik schetste dan een paradijselijke baai omringd door hoge rotsen die bescherming tegen sideshore wind bieden. Het moest in de tropen zijn om in boardshorts te kunnen surfen. Een goudgeel strand omzoomd door palmbomen en behangen met apen, als ballen in een kerstboom. Er liep een lange pointbreak aan de linker- en de rechterkant en een channel in het midden, zodat je niet teveel hoefde te peddelen. Vanaf twee voet de hele dag surfbaar met liefst 365 dagen per jaar goede surf. En vooral geen andere surfers in de buurt, dus goed verborgen in de jungle.

Tekst: Rien de Jager Beeld: jagershots.tv & Iuri Borza (indosurflife.com)

Begin maart hadden mijn vrouw Margreet en ik met zoonlief Yannick afgesproken in Bali. Wij begonnen daar aan onze reis en we zouden eerst nog een tijdje samen optrekken. Na amper twee dagen in Canggu, nog met half ontdooide wintertenen en een jetlag tot aan mijn oksels, stelde Yannick voor een trip te maken naar Java met Iuri Borza van indosurflife. com en Roberto, een voormalig teammaatje van Protest. Iuri wist een ideale secret spot met een prachtige backdrop op drie uur rijden van Yogyakarta en er zou swell genoeg zijn.

JAVA2

Grappig hoe de geschiedenis je kan inhalen. De eerste vijftien jaar mocht ik Yannick begeleiden en stimuleren om passievol in het leven te staan. Zijn surfleven begon op Supertubes, Peniche. Hij was toen zeven jaar en kon nog niet goed zwemmen. Ik duwde hem de golf in en had een stuk of wat jongens gevraagd hem bij zijn kuif te pakken als hij onderweg van zijn board viel. Later probeerde ik mijn zoon wat af te remmen in zijn wilde pogingen de gekste manoeuvres te maken op zijn board en eerst wat gevoel voor de golf te krijgen. Ook kon ik hem over zijn angst heen helpen nadat hij bijna was verdronken door een freakset op zijn dertiende. Hoe geweldig is het dat hij mij dan nu op sleeptouw neemt en me in de meest gnarly golven de weg wijst? Hij leert me de golven meer top to bottom te tackelen, de roundhouse meer door te trekken en de juiste golven te kiezen. Golven als Nikko op Bali, of HT’ s in de Mentawais zou ik zonder hem nooit aan gedurfd hebben. Sinds wij, als initiëring voor zijn volwassenheid, op zijn zeventiende samen een campertrip van drie maanden door Marokko maakten, ondernemen we één of twee keer per jaar een reis.

Dat reizen met mijn zoon en onze gemeenschappelijke liefde voor het surfen heeft voor mij iets heel bijzonders. Zo waren we eens samen aan het surfen op Fatima, een ‘secret spot’ bij Les Casernes. Ik dropte onbedoeld bij een local in, maar kickte gelijk weer uit zodat hij geen hinder van me had. Komt dat pubertje, ondanks mijn excuus, verhaal halen. Vlak voor hij me een ram wil geven, peddelt Yannick tussen ons in en zegt: “Hey don’t touch my father.” Dus dat knulletje begint tegen Yan te schreeuwen en vlak voor hij uithaalt, kom ik tussen beiden en zeg: “Hey, don’t touch my son.” Ondertussen was Yannick alweer aan het peddelen voor een volgende golf. Wij natuurlijk in een deuk van het lachen en de local droop af door het zien van dit soort saamhorigheid. Of de keer dat er grof op me wordt ingedropped en Yan hetzelfde bij die ander deed, met de tekst: “That is how it feels for my father right now.” Of het allemaal politiek correct is weet ik niet, maar ik vond het hartverwarmend.

Maar goed, inpakken en weer op weg dus. De volgende dag al renden we het goudgele strand op en ja hoor… Ik kon mijn ogen niet geloven, daar was mijn tekening, live. Alsof God hem had afgekeken. Op het eerste gezicht absoluut perfect. Gauw de spullen in het basic onderkomen afgegeven, plankie eruit en lekker uitstromen in de channel. Ik koos voor de rechtse en nam een golf op de schouder om het gevoel weer te krijgen na drie en een halve maand winterstop. De take- off was heftig en verticaal, ik voelde de spit in mijn rug. De volgende golf probeerde ik dieper te starten en de barrel in te duiken. Inmiddels lagen Yannick en Roberto er ook in, ze zagen me ondersteboven getubed worden. Mijn achterwerk mocht het rif zoenen, maar ik was allang blij dat mijn hoofd er nog aanzat. Zo had ik me dat niet voorgesteld in die tekening. Terwijl de jongens regelmatig de barrel indoken met hun akelig getrainde lijven, probeerden ze mij de tube in te schreeuwen en te duwen. Tevergeefs, ik scoorde mooie golven maar kon niet gelijk vanaf de take-off onder de lip duiken. Misschien een volgende keer aan het eind van de reis met wat meer peddelvermogen.

JAVA

De linkse aan de andere kant van de baai had weer een heel ander karakter. Op de dag dat het wat groter werd dan anderhalf keer overhead, werd het een kunst op zich om de baai niet uit te stromen en op de plaats te blijven waar het rif een hoek vertoonde en de golf ver voor de schouder spuwde. Niet zo gek natuurlijk als er twee lange riffen hun water lozen. Dit was zelfs voor onze pro’s een lastige klus en de swellrichting was ook niet echt goed. Er werd wel wat gescoord, maar aan de andere kant liep het gewoon beter. Ik vermaakte me daar intussen op de inside, want de take-off op de piek was vol in de pit. Echt niet te doen voor een 61 jarige, met een conditie van een schaatser. Maar daar heb je weinig aan in het water, nietwaar. Overigens zijn er in de omgeving nog meer spots. Als je ze wilt vinden, kan je het vragen aan een oude Aussie die hier al vijftien jaar woont en elke dag in het water ligt. De enige surfer en local in de verre omtrek. Ook Rizal Tanjung heeft hier een prachtig buitenhuis op de top van een heuvel en nodigt af en toe wat WCT surfers uit. Kelly en Andy Irons zijn hier bijvoorbeeld vaker geweest. Zo secret is de plek dus al niet meer. Maar het zal er waarschijnlijk altijd rustig blijven. De golven zijn te hardcore om hordes mensen aan te trekken.

De omgeving is er prachtig. Lopend van het vissersdorp naar de spot, kom je een via een klein ravijn verschillende mooie romantische baaien tegen, waar met de juiste condities ook goede golven kunnen lopen. Er zijn geen restaurants of warungs, dus waren we voor het eten a ankelijk van de mensen van de homestay. Van het onderkomen moet je je overigens niet teveel voorstellen. In de kamers was het ‘s nachts heter dan buiten. Yannick en Iuri sliepen daarom onder de sterrenhemel en wij in de kamer met de ventilator in de deuropening. Het oude Javaanse echtpaar was te schattig voor woorden. Ze deden er alles aan om het ons naar de zin te maken. De oude man had een halfzijdige verlamming en sprak niet zo goed. Maar als hij ajam had kraaide hij en bij biefstuk deed hij een koe na. Met smakken bedoelde hij een fruitsalade en met een vies gezicht aan zijn vingers ruiken, stond voor vis op het menu. Ook zong hij ‘s avonds beverig voor ons over zijn geliefde Java en begeleide zich daarbij met zijn ene goede hand op een of ander inheems tokkelinstrument . Zijn vrouw veegde het kwijl af en toe uit zijn mondhoek en luisterde totaal verliefd naar hem. Ontroerend om te zien.

JAVA3

De lokale samenleving is er nog harmonieus. Iedereen bezit er zo’n beetje hetzelfde. Een bootje om te vissen, een stukje land, een stelletje kippen en soms wat vee. Ze leven van en met de natuur een koken nog gewoon op vuurtjes. Er is veel tijd voor sociale contacten, ze nemen overal de tijd voor en ze maken een tevreden indruk. Waar komt toch het idiote idee vandaan dat rijkdom en luxe bijdraagt aan geluk? Hier was geen plaats voor ambitie en een eeuwig streven naar meer en meer zoals bij ons. Waarschijnlijk zal die gedachte hier op termijn ook wel nestelen door de investeerders van buitenaf, maar zover is het gelukkig nog niet.

De reisgenoten waren een paar apart. Iuri ontwikkelde zich tot de Braziliaanse versie van Borat en benoemde mij tot zijn neef Bruno. Roberto zorgde voor wat Italiaans drama door bij elk stuk drij out of opduikende schildpad, krijsend naar binnen te peddelen omdat hij dacht dat het haaien waren. Om beiden hebben we ons de buikkramp gelachen. Maar ‘s avonds ontstonden er de intiemste gesprekken over onze levens. Er kunnen mooie dingen gebeuren als er weinig vertier is en je tot elkaar veroordeeld bent. En je kent elkaar sowieso al aardig door het gedrag in het water. Hoe gedragen we ons in de line-up, nemen we te veel ruimte in of te weinig, is het op maat? Geef je beginners een kans (of ouderen!!!)? Wat doe je met frustraties, als je een paar wipe-outs hebt gehad, als je niet goed in je vel zit of als het echt hoog wordt? Ken je je grenzen of ga je er dik overheen? Wat is je reactie op agressie, of ben je misschien zelf agressief? Ontvang je gasten op je local spot vriendelijk en welk gedrag vertoon je als je zelf te gast bent? Surf je behoudend, of durf je jezelf uit te dagen? Maak je contact, of blijf je op jezelf? Enfi n, ik kan zo nog wel even doorgaan. Ik heb het nog niet meegemaakt dat iemand wezenlijk ander gedrag vertoont op de kant dan in zee. Onbedoeld vertellen we in de line-up veel over onszelf en onze patronen. Het biedt een mooie aanleiding tot zelfreflectie, en wat is er mooier dan zelfkennis?

Na vier dagen met twee tot drie sessies op een dag, airdrops, barrels en gespoeld worden, werd de swell kleiner. Met pijn in ons hart namen we afscheid. Yannick ging met Iuri en ons nog een weekje mee naar Lombok voor meer foto’s en daarna naar huis. Wij gingen door naar Jojo’s in West Sumbawa. Toch weer verder op zoek naar een nog betere gelijkenis van mijn tekening. Je weet tenslotte maar nooit.

Dit artikel is afkomstig uit 6|Surf #2 2014, deze is te bestellen in onze webshop. Je kunt voor het gemak ook abonnee worden zodat alle uitgaven voortaan op je deurmat belanden, waardoor je geen nummer meer hoeft te missen.

 van