15-06-2011 - Surfen, Nieuws

Schuimhappen in Ierland

Met de winter in aantocht en de herfst die nadrukkelijk aan de deur klopt, is het voor menig surfer de hoogste tijd om een surftrip te plannen. Uiteraard hebben de tropen een magische aantrekkingskracht, maar dat kost het nodige. Wie het dichterbij huis zoekt komt al snel in Frankrijk terecht. Voor mannen met baarden en stijl die, naast surfen, een passie hebben voor donkere kroegen, whisky en stevig bier is er echter maar één bestemming die aan alle randvoorwaarden voldoet, Ierland. Fotograaf Jan Bijl, Bob Kersten en de half Ierse Connor Klein reisden af naar het land van regen en golven om de lokale geneugten te proeven en wat funky boards te testen. Yannick de Jager moest mee om voor wat surfactie te zorgen.

Tekst: Bob Kersten
Beeld: Jan Bijl

Ik zit met Jan aan een tafeltje in Rotown, een café in het hart van Rotterdam. Buiten fluiten de vogels voor het laatst en ook de bladeren aan de bomen houden het voor gezien. Langzaam verdwijnen de kleuren uit het straatbeeld en neemt de grauwheid het over. Somberheid is troef, maar niet voor ons. Er is werk aan de winkel. Yannick rijdt sinds kort voor het wetsuit merk Matuse en het is hoog tijd voor wat actiefoto’s in strak nieuw ecologisch rubber. Wat we nodig hebben zijn golven, goede golven in koud water zodat hij niet voor lul dat pak aan heeft. Bovendien zijn we zelf ook hard toe aan een lekkere surftrip. Onze grote vriend Connor wil er ook even tussenuit. Hij is half Iers en spreekt zelfs een aardig mondje Gaylick, de Iers-Keltische taal die nog altijd gesproken wordt. Met een inside connectie en de ervaringen van Jan tijdens voorgaande expedities is de keuze snel gemaakt. We gaan naar Ierland, het Hawaï van Europa. Hoewel een stuk minder zonnig dan het echte Hawaï, bestellen we toch vast drankjes waar zo’n parasolletje in staat om een beetje in de vakantiesfeer te komen.

Yannick was van de partij om voor de surfactie te zorgen.

Hoewel je er ook prima heen kunt vliegen lijkt een camper ons de beste manier om Ierland te checken. Bovendien kunnen we een goede deal krijgen op de camper en dat scheelt weer knaken voor accommodatie. Matuse is een klein merk dus fancy hotels zitten er sowieso niet in. Ierland is ongeveer even ver rijden als Zuid Frankrijk. In plaats van tol betaal je voor twee overtochten, maar dan heb je ook de tijd om wat te chillen met een drankje, als je niet zeeziek bent althans. Wie geen haast heeft moet zeker even stoppen in Wales voor een surfsessie, een lekkere pint en dronken vrouwen. We hebben echter een missie en rijden in een ruk door wat, gezien de forecast, de meest logische beslissing lijkt. Eenmaal op vaste Ierse grond is het plankgas richting Donegal Bay. Tenminste, het eerste stuk. Een lege tank en het ritje met de sleepwagen zorgen namelijk voor de nodige vertraging.

De eerste nacht parkeren we de camper dan eindelijk op een schilderachtige locatie bij een afgelegen tankstation in Bonduran met uitzicht op zee. Niet bepaald het Hilton in Waikiki, maar het kan een stuk slechter. Bij het ontwaken blijken de voorspellingen te kloppen, het ziet er goed uit. De echte swell moet nog in kicken, maar met een lekkere sessie op een rechtse point bij Streedagh Strand is de kop er af. Bonduran is een waar surfmekka met meerdere breaks en een verrassend uitgaansleven. Dankzij de vele casino’s die hier gevestigd zijn staat het ook wel bekend als het Las Vegas van Donegal Bay. Hoewel niet vies van een gokje zijn we toch meer op zoek naar de authentieke Ierse ervaring, een donkere kroeg met live muziek. De keuze valt op de Bridge Bar, een relaxte bar met uitzicht op de Peak. Connor voelt zich inmiddels helemaal thuis en kan niet wachten op de band. Helaas voor hem is het niet alle dagen feest, woensdag blijkt precies een rustdag voor de muzikanten. Desondanks smaakt het eten ons goed en een flinke pint Guinness geeft de avond toch net dat authentiek Ierse tintje.

 

Connor beschikt over een opvallend veelzijdige quiver. Diverse vreemde, vaak korte plankjes die tijdens deze trip uitvoerig getest moeten worden. Een van zijn schatjes is een knal roze Pop Simmons. Hoewel de Ierse locals overwegend relaxte gasten zijn, blijkt een volwassen kerel op een roze board toch net even teveel van het goede. In afwachting van een volgende set wordt Connor dan ook lastig gevallen door een oude, bebaarde vent. Niks nieuws voor hem, maar deze keer is het alleen niet Jan. De harige local kan het niet laten Connor te attenderen op zijn culturele inschattingsfout. “Even women don’t surf pink boards here you pussy”, blert hij door de line-up.

Hoewel enigszins overbodig, snijdt zijn opmerking natuurlijk wel hout. Natuurlijk surfen de vrouwen hier niet op roze boards. De meeste vrouwen in Ierland, althans degene die wij tot dan toe tegen kwamen, lijken maar weinig op de vrouwen die wij kennen. In de pubs vindt je vooral hardcore bh-verbrandende bikkels die je moeiteloos onder de tafel zuipen en je lachend een Guinness aftroggelen tijdens een potje armpje drukken. Maar goed, ik had die dag echt last van mijn arm en ik keek tegen de zon in en…Anyway, terug naar het surfen.

Ondanks dat de vakantie vibe er goed inzit, zijn we hier om te werken. Er moeten plaatjes van Yannick geschoten worden, hoe beter een wetsuit te showen dan rechtop staand in een barrel? De grote spelbreker in Ierland is vaak niet het gebrek aan swell, maar de niet aflatende wind. Met een grillige kustlijn vol peaks en verscholen baaitjes is het dan ook zaak om een plek te vinden waar de swell ongehinderd zijn weg naar het strand vindt. We besluiten ons geluk in Easky te beproeven. Het voordeel van Easky is dat je zowel linkse als rechtse golven hebt op loopafstand. Hoewel Yannick zowel links als rechts de barrel in duikt, levert het helaas niet de gedroomde barrelshots op. Dat neemt niet weg dat er goed te surfen is en buiten het bereik van de camera (natuurlijk) weten ook Connor en ik een paar lekkere golven te scoren. In Easky zie je overigens goed dat het land gebukt gaat onder de economische malaise. Veel huizen staan leeg en de jeugd stroomt massaal weg richting de grote steden of zelfs het buitenland op zoek naar werk. Wat eens een vrolijk dorpje was, oogt nu toch enigszins desolaat.

Helaas geen stand-up barrels deze trip. Yannick improviseert.

Na een paar dagen vriendelijke golven kickt de swell serieus in. Dikke bakken van een meter of acht slaan met veel geweld stuk op de riffen en kliffen. Veilig vanaf de kant kijken we door een verrekijker naar een stipje dat zich door een waverunner in een afgrijselijke bak laat slepen op de befaamde big wave spot Mullaghmore. Met open mond staren we naar het natuurgeweld. Hoewel wij vinden dat Yannick, tenslotte de pro surfer van het gezelschap, het eigenlijk toch even zou moeten proberen, snappen we zijn reserves. Helaas voor ons vinden we nergens een break die met deze condities voor ons mindere goden een rijdbare golf oplevert. Tijd dus om de bakens te verzetten en koers te zetten naar County Clare voor wat realistischere omstandigheden. Dit gebied in het zuidwestelijk deel van Ierland werkt ideaal bij swell uit west tot noord westelijke richting. De omgeving is adembenemend. Het landschap is ruig en je verwacht elk moment een ridder te paard aan te zien stormen. De kust hier is ronduit indrukwekkend. Het lijkt alsof het land bruut is afgehakt wanneer je bovenop de honderdtwintig meter hoge kliffen staat die loodrecht uit de zee rijzen. De Cliffs of Moher zijn naast een toeristische attractie overigens ook een populaire bestemming voor mensen met zelfmoord plannen, maar dat terzijde. Wij rijden richting Doolin Point, een golf die een stuk hoger breekt dan je vanaf de kant zou denken. Het rif lijkt op een soort maanlandschap, maar in de praktijk heb je daar weinig mee van doen. De set-up bevalt en de volgende drie dagen scoren we hier een paar goede golven.

Naar het einde van onze trip spreken we nog af met de gebroeders Musschoot die samen met cameraman Axe de Bruycker in Ierland zijn om wat footage te schieten. Al met al een goede aanleiding om toch nog een avondje ouderwets te stappen. De keuze valt op Lahinch om wat pinten te pakken en te zien wat het Ierse nachtleven te bieden heeft. Toegegeven, het valt niet tegen. We hebben zowaar sjans bij een aantal leuke dames (ze zijn er dus toch) en gaan zelfs nog met de voetjes van de vloer in de plaatselijke discotheek. Een smaakvolle mix van uit de dood herrezen houseklassiekers zoals de onvergetelijke Scooter staan garant voor een bijzonder vermakelijke avond. Enigszins katerig is de volgende dag het moment van afscheid gekomen. Terwijl de Belgische crew op zoek gaat naar goede golven, zetten wij de terugweg in. Een bezoek aan Ierland is voor Connor natuurlijk niet compleet zonder zijn familie te bezoeken en dus kachelen we richting Dublin. Geheel volgens de verwachtingen worden we met open armen en genoeg drank ontvangen.

De Guinness brouwerij, het heiligdom van Dublin.

De volgende morgen staat er na een authentiek Iers ontbijt van bloedworst met eieren een rondleiding door de hoofdstad op het programma. Bob, de Ierse neef van Connor, neemt ons op sleeptouw. Dublin blijkt een mooie stad waar genoeg te doen is. De attractie waar wij vooral in geïnteresseerd zijn is toch wel de Guinness brouwerij. Bij uitstek de plek om wat couleur locale te proeven. Zoals je in Frankrijk wijn drinkt en stokbrood eet en in Spanje los gaat met de tapas, is in Ierland Guinness onvermijdelijk. En dat is geen straf. De St. James Gate Brewery, tot begin jaren twintig de grootste brouwerij van de wereld, is een imposant gebeuren. Op vierendertig jarige leeftijd start Arthur Guinness de brouwerij. Dat hij dan al voorziet dat zijn bier een legendarische plek in het Ierse erfgoed gaat innemen, blijkt wel uit het huurcontract. Hij maakt een deal dat hij de brouwerij voor een periode van negenduizend jaar kan huren voor vijfenveertig pond per jaar. Ondernemen begint tenslotte met ambitie. Voor echte bierliefhebbers, waartoe wij onszelf rekenen, vormt de rondleiding  een stukje culturele verdieping. Zo leren we dat de goden drank wordt gebrouwen van het zuiverste water en dat het prachtige schuim tot stand komt door het toevoegen van nitro gas, jazeker dat spul waar auto’s op rijden in ‘The fast and the furious’. Een krachtig goedje dus wat door artsen in Ierland nog altijd wordt voorgeschreven aan patiënten die te kampen hebben met stress. Niet voor niets luidt de slogan: ‘Guinness makes you strong’. Een statement waar wat ons betreft niets aan gelogen is. Wat ik dan weer niet besefte is dat het Guinness book of records ooit verzonnen is door de bierbrouwer. Logisch natuurlijk, maar ik had er eigenlijk nooit bij stilgestaan. De rondleiding eindigt als vanzelfsprekend met een goed glas bier in de toren van de brouwerij. Er gaat niets boven een cultureel uitstapje.

Met nog een flink stuk rijden en twee overtochten voor de boeg is het tijd om te gaan. De Hollandse winter wacht op ons. Mijn eerste keer Ierland is in elk geval meer dan geslaagd. De mensen zijn er gastvrij en vriendelijk, de setting is onwaarschijnlijk, met een beetje zoeken scoor je fantastische golven zonder al teveel volk, om over de drank nog maar te zwijgen. Hoewel we niet het gedroomde barrelshot hebben -volgende keer toch maar die waverunner meenemen- is er geen reden tot klagen. Ierland is sick en dan heb ik het meeste nog niet eens gezien.

 van