17-06-2011 - Surfen, Nieuws

Column: ‘n Hoedje

Angst is de sterkste emotie van allemaal en kan diepe sporen nalaten in je ziel. Angst is opwinding en sensatie, dreiging, ongefundeerde achterdochtigheid, natuurlijke ongemakkelijkheid, onrust, haat, liefde, en in extreme gevallen paranoïde fobieën. Het overwinnen ervan is heerlijk en surfen is doordrenkt met dat gevoel.

Tekst: Thomas van Dijk
Ilustratie: geesvoorhees.com

Achter de branding is het stil. De zee straalt een soort van serene lugubere spanning uit. De golven zijn hoog en er ligt één andere surfer in. Ik zeg hem gedag, ga zitten op mijn board en zoek de horizon af, een tikkeltje nerveus voor wat gaat komen. Tijdens het wachten probeer ik me in te beelden wat er allemaal aan leven en vissen van divers pluimage schuil gaat onder dat spiegelende oppervlak. Er bestaan 31.000 soorten vissen las ik laatst en ik ben nog niet eens halverwege wanneer plots mijn simpele gedachten worden verstoord door een vin die op me af komt, als een mes door mijn ziel van boter. Hartkloppingen, verlamd. “Surfer opgegeten in Zuid-Afrika”, spookt het door m’n hoofd. Ik ben in Australië.  Hier zijn ze ook. Ik kijk naar de andere eveneens zwijgende surfer, hij heeft ’t ook gezien. We zijn allebei met onze voeten op ons board roerloos rampscenario’s aan ’t bedenken en vrezen met grote vrezen wanneer uit z’n rug opeens water omhoog spuit. Een fractie van een seconde denk ik dat haaien dat kunnen, maar de redelijkheid keert terug. Wat een heerlijk spuitgat.

Na uitwisseling van veel te stoere verhalen  met vrienden bleek dat iedereen wel met angst te maken heeft gehad tijdens een surftrip. Talloze voorbeelden kwamen voorbij. Draaikolken, gebroken leashes, wipe-outs die niet ophielden, ademnood, als een speelbal van de zee bewusteloos aangespoeld worden, te lang blijven surfen en op droog scherp koraal eruit moeten kruipen, brullende barrels waar je liever naar had gekeken vanaf de kant, onbekende vissoorten en de licht ontvlambare bruine bultrug. Kortom, aanleidingen genoeg. De zee is machtig en dwingt ons in een nederige positie. De zee speelt met haar macht, want zonder iets te doen maakt het een opwindende nieuwsgierige angst bij ons los. En ik denk niet dat ze bang voor ons is.

Tijdens het reizen liggen er gevaren op de loer waar de surfer zich van bewust is. Knokkelkoorts, rif ontstekingen, onbekende ziektes, roof of lokale onstuimigheid. Zo lag mijn broer Pim met 42 graden koorts letterlijk en figuurlijk in zijn hemd in Costa Rica. Bewusteloos. De koorts was zo groot dat zijn spieren samen trokken en zijn vingers en voeten recht gehouden moesten worden. Er zaten lokale huilende weduwen aan zijn bed waarvan de een zijn hoofd depte, andere kaarsjes aanstak en sommigen er vooral zaten om heel hard te huilen. Met paniekerige engeltjes boven het hoofd ging Pim ijlend achter in een jeep zonder vering op een weg met meer hobbels dan gaten naar het lokale ziekenhuis in Panama. Aangekomen zagen ze hem voor een Amerikaan die ze meer pijn dan goed wilde doen. Geen bedden. Op de gang naast de intensive care en de psychiatrie afdeling was nog ‘n plekje. Het was spitsuur en de bloedspuitende slachtoffers van een groot auto-ongeluk stroomden toevallig net binnen. Pim lag daar, ijlend omringt door geestelijk labiele Spaanssprekende die, onder andere, z’n brood stalen en compulsief de kraan lieten lopen. Pim overleefde de angst. Onze moeder ook. Of de angst van Mark Zwart, een surfer uit triplex sandwich hardhout gesneden, die na ontelbare surftrips maar één keer bang was. En wel voor het gevoel dat hij ervoer toen hij op een surftrip in de bus door een (mannelijke) surfmaat gezoend werd, die dacht dat Mark zijn vriendin was. Het enge eraan, aldus Mark, was dat hij het stiekem wel lekker vond.

Ondanks al die angst groeit de surfgemeenschap. De angst is verweven met de ervaring, bewustwording en beleving ervan. Een ongeluk zit in een klein hoekje, maar als je in dat hoekje kijkt kom je tot de conclusie dat het wel ergens anders zal zitten. De angst verliest terrein als blijkt dat ze ongegrond is. Misschien dat gelovigen daarom de hel hebben bedacht als een plek nadrukkelijk ergens anders dan op aarde, zodat niemand even kan kijken en zeggen: “mwoah jongens! Valt wel mee hoor, die hel!”. Zo verdwijnt de angst voor hoge golven pas als je na een flinke wipe-out terugpeddelt en een ontzettend lekkere golf surft.

Toen ik Laird (Hamilton) “vroeg” om z’n angstmoment kwam er een klassiek verhaal. Hij was met z’n waterscooter plus bestuurder gegrepen door een 30 meter hoge golf. De losgeslagen waterscooter had een diepe beenwond bij de bestuurder veroorzaakt. Laird trok z’n shirt uit, bond de wond van de bestuurder af, moest de waterscooter kortsluiten omdat de sleutels eruit waren gevlogen, en voer in slow motion terug naar ’t strand. Laird heeft de spoken dieper onder z’n bed geduwd, met de kracht van angst. Of beter, de adrenaline die vrijkomt bij het beleven van de angst drijft hem. Je hart klopt sneller, je zenuwstelsel werkt sneller en je bent scherper. De ervaringen komen sneller binnen, de golven worden nauwkeuriger beleefd. De angst drijft surfers tot het surfen van hogere golven. Mensen die altijd in Nederland blijven surfen zoeken hun heil en angst misschien in het vertellen van te grote verhalen die mogelijk later als flauwekul weggezet kunnen worden. De vrees voor reputatie verlies.

Het overschrijden van de angstgrens is verslavend. Angst drijft ons over de randvoorwaarden van het bestaan.  Wie zich een hoedje schrikt, ervaart angst als een flits in het moment. Verblindend. Maar je blijft niet blind, je went eraan. Angst is in het algemeen een goede raadgever zolang je er maar naar luistert en eraan probeert te wennen. Angst voor het onbekende kan iets moois teweeg brengen als je er aan went. Bij surfen mondt de angst uit in een gefundeerd respect voor de natuur. En dat is mooi.

 van