25-04-2012 - Surfen, Nieuws

Yer playin’ lad, whit’s fur ye’ll no go by ye!

Afgelopen jaar was Yannick de Jager met goede vriend en fotograaf Denni van Huis in het Schotse Thurso East om deel te nemen aan de O’Neill Cold Water Classic. Zijn veelbesproken uitschakeling in de eerste ronde zorgde, naast een hoop frustratie en ergernis, voor genoeg tijd om de surfpotentie van het Schotse Hoge Noorden eens nader onder de loep te nemen. Het viel niet tegen.

Tekst: Yannick de Jager
Beeld: Denni van Huis

De ochtend na mijn verloren heat liep ik met Denni door de middeleeuwse straten van het pittoreske Thurso. Ik voelde me klote. De voortijdige exit en de fi sh and chips met bier van de avond ervoor zorgden voor een vieze, onsportieve nasmaak. Ik probeerde mijn verlies te accepteren, maar had nog moeite het te verwerken. Een barrel van acht punten, een laatste golf waar ik maar een 1.4 nodig had en de ruk aan mijn leash tijdens de laatste seconden van de heat bleven door mijn hoofd spoken. In een kleine viswinkel raakten we aan de praat met de eigenaar. Hij zag dat we surfers waren en vroeg hoe de wedstrijd ging. Toen ik vertelde dat ik eruit lag, knikte hij bemoedigend. ‘Failing means yer playin’ lad, whit’s fur ye’ll no go by ye’. Uiteindelijk begreep ik dat het iets betekent in de trant van: ‘als je faalt, ben je in ieder geval aan het proberen en wat voorbestemd is, zal gebeuren’. Ik hou altijd wel van mooie uitspraken, of het nu een zen-citaat van een boeddhistische monnik is, of van een verweerde, Schotse visser die geïnteresseerd is in een surfwedstrijd

Na nog snel wat eten te hebben gescoord bij de lokale supermarkt begaven we ons terug naar onze uitvalsbasis: The Royal Hotel, een spookhuis waar we 28 piepende deuren door moesten om op onze kamer te komen. Boards, wetsuits, handschoentjes, schoentjes, caps, mutsen, cameragear, statief, zwaard en maliënkolder werden door alle deuren gesleept en in onze koets gegooid. Klaar voor de volgende missie: de Schotse Hooglanden ontdekken en goede golven scoren. De swell kwam vol binnen, de wind was licht en de voorspelling loog er ook niet om. Met een beetje geluk, wat geloer op de Keltische kaarten en opgedane kennis van anderen was de kans groot dat we nog wat epische golven gingen berijden.

We vertrokken langs de kust naar het noorden, op zoek naar een kleine baai met een overvloed aan spots. Het Schotse landschap is ongelofelijk mooi en gevarieerd, maar het viel niet mee de beoogde riffen te lokaliseren. We besloten dan ook al snel van koers te veranderen richting het westen en de bekendere spots rond Brimms Ness. Na nog wat prachtige kilometers, een stuk over het terrein van een boerderij, waar we een grote tractor moesten ontwijken en nog een modderig grasveld over gestoken te hebben, stonden we op de ‘parkeerplaats’ van Brimms Ness. De auto zijn we echter nooit uit gekomen, de swell was te groot en choppy. De stemming sloeg langzaam om, we hadden genoeg van het rijden. Dan maar terug naar het hotel om wat te eten en een paar heats te kijken. Eenmaal terug in Thurso bleek het compleet los te gaan. Thurso East, de Europese koudwaterversie van Nias, spuwde barrel na barrel, vergezeld met dikke wanden en grote drops. Als er één golf in Europa is die ondergewaardeerd wordt, is het Thurso East wel. Een bijna perfecte rechtse met een makkelijke take-off. Er werd lekker gesurft en het was goed om een paar heats te bekijken, maar het doen won het van het visualiseren.

De zon stond al laag en na wat inside info te hebben verzameld van gasten die er al meerdere keren geweest waren, reden we weer noordelijk op zoek naar een magische baai om de hoek bij Thurso. Bij een rood bord sloegen we af een weiland in, om vervolgens bij een kleine baai met een lage klif uit te komen. In één oogopslag zagen we vier golven: een linkse die op Pipe leek maar vrijwel direct eindigde op droog rif, een speelse linkse, een rechtse slab met enkele secties die bijna droog trokken en een beest van een golf die duidelijk onsurfbaar was vanwege het droge rif. Er lag een handjevol pro’s op de rechtse slab en binnen een kwartier werden er een fl ink aantal watertunnels bereden en twee boards gebroken. Tijd om er zelf in te gaan. In het avondlicht trok ik mijn harnas en de rest van de uitrusting aan en waggelde naar beneden, gewapend met een nieuwe 5’10. Ik peddelde uit en bekeek een paar golven die muteerden zodra ze het rif raakten. Om beurten werden er golven gepakt en ik kwam steeds meer vooraan te liggen. De piek kwam ineens op en gooide de lip verder dan de golf hoog was. Als je de take-off haalde kon je de piek ‘backdooren’ met soms een snelle, lange sectie en dan weer een korte, wijde sectie. Altijd een verrassing. En toen was het mijn beurt. Ik bleef even in de lip hangen, maar maakte de drop en dook de barrel in om vervolgens in een close-out te eindigen. Ik hield me zo lang mogelijk staande, liet me vallen op de foamball en werd even opgeslokt om daarna het rif licht aan te tikken en in een diep stuk achter het rif omhoog te komen. Na enkele fl inke wipe-outs en een paar diepe barrels van de andere gasten te hebben bekeken, bemachtigde ik ook een paar bescheiden barreltjes. Met de ondergaande zon dropte ook het tij en was de golf nauwelijks nog te rijden. Nadat er nog een board sneuvelde en iemand zijn vinnen eruit reed, was het tijd om te gaan. Morgen weer een dag.

De volgende ochtend werd ik wakker van mijn telefoon. Marlon Lipke, Gony Zubizaretta en Hodei Collazo belden in paniek of ik ze naar de wedstrijd kon brengen. Ze stonden al in hun pak, klaar voor hun heat, maar de sleutel van de auto, met daarin alle boards, was zoek. Terwijl Gony mijn 6,0 waxte en zijn wetsuit dicht zipte kwam hij erachter dat de autosleutel achter de magnetische sluiting van zijn wetsuit zat… Weer terug naar hun auto dus om de boards te halen. We bleven nog even kijken, maar besloten al snel terug te keren naar de slab van de dag ervoor. De swell bleek iets onrustiger en het tij was veel te laag, maar de potentie was er. Aangezien het nog wel even ging duren voor het tij opkwam, vertrokken we samen met Freddie Meadows, een Zweed die in Costa Rica woont, en twee Amerikanen naar een beachbreak in de buurt. Extreem lange lijnen rolden een bijzonder mooie baai in met aan de rechterkant een break die in potentie iets van een Mundaka in-reverse heeft. Helaas was het tij niet optimaal, wat resulteerde in close-outs. De volgende spot lag bij een kerkhof waar enkele campers geparkeerd stonden. Deze baai was zo mogelijk nog mooier dan de vorige en dikke lijnen werden in vorm geblazen door de straffe offshore. Na een lekkere sessie met Denni en de rest van de crew op een linkse met een achtergrond waar je blij van wordt, was het tijd om de slab weer te checken.

Na een kort bezoek aan de lokale pub, waar we ontdekten dat ‘Ay’ ja betekent, stonden we weer bij ‘The Dump’. Er lag niemand in, maar er stond inmiddels genoeg water op het rif om te surfen. Sommige golven trokken nog een beetje droog, maar af en toe gaf het rif een mooie wedge en een surfbare barrel. Ik peddelde in mijn eentje uit, baande me een weg door een veld van zeewier, bekeek een paar golven en bepaalde mijn spot in de line-up. Na van een paar lekkere golven en het uitzicht te hebben genoten, zag ik een auto aankomen. Het waren mijn Nike 6.0-teamgenoten Nicolau von Rupp, Jonathan Gonzalez en Charly Martin. Met de line-up voor onszelf pushten we elkaar om steeds dieper te gaan, enthousiast schreeuwend en genietend van de ongelofelijk omgeving. De wedstrijd, de stress en het verhaal met de vastgehouden leash leek onbelangrijk en zelfs een beetje belachelijk. Ik surfte door totdat er niemand meer in lag en voelde me thuis.

Wedstrijden of surftrips, uiteindelijk gaat het om het genieten van het moment en de plek waar je bent. Niet altijd een eenvoudige opgave, maar Schotland maakte het ons makkelijk. Met een overweldigend, ruig landschap en een middeleeuws, krachtig karakter is het bijna onmogelijk je te verzetten tegen een connectie met de oeroude energie van de hooglanden en het mystieke, smaragdgroene water. De surfpotentie is overweldigend. Zelfs met meer dan honderd pro-surfers in de buurt die allemaal op jacht zijn naar golven blijven er nog genoeg spots van wereldklasse over waar niemand ligt. En dan zijn er nog de Hybriden, Shetlands en Orkneys. Het feit dat deze namen je mogelijk weinig zeggen geeft hoop voor de surfers die op zoek zijn naar golven van wereldklasse, zonder crowds. Met luxe wetsuits en budget-airline bestemmingen in het noorden, is het de vraag of het wel echt nodig is om altijd maar naar het zuiden af te reizen. Ik weet in ieder geval dat ik dit jaar nog terug wil. Terug naar onze Anglo-Keltische buren en hun frisse, rotsige achtertuin.

 

 

 

 

 van